Het buitenspelen gaat er fors op achteruit. Dat blijkt uit het nieuwe onderzoek van Kind & Samenleving. In vijf jaar tijd is het aantal kinderen dat buiten speelt met 28,3% gedaald. Eén van de wijken uit het onderzoek is die van de Pieter Dierckxlaan in Temse. De gemeente heeft de boodschap begrepen en heeft een plan om meer kinderen naar de lokale speelpleintjes te krijgen. “De speelruimte is er alvast.”
Het Buitenspeelonderzoek vond plaats in opdracht van het Departement Jeugd van de Vlaamse overheid. Het speelpleintje in de Pieter Dierckxlaan in Temse ligt in een van de 24 wijken waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden. “We hanteren hiervoor de ‘speelindex’: dat is de verhouding van het aantal spelende kinderen dat we telden in de wijk tijdens tien observatierondes met het aantal kinderen dat er woont volgens demografische gegevens”, licht onderzoeker Johan Meire toe. “In zeven van die wijken is het onderzoek ook al uitgevoerd in 2019, en daarvoor al in 2008. Daardoor hebben we een goed zicht op de evolutie door de jaren. In 16 jaar tijd is de speelindex gemiddeld meer dan gehalveerd. Als je kijkt naar een wijk waar 100 kinderen wonen, dan telden we daar in 2008 nog 75 buitenspelende kinderen, in 2019 nog 47, en in 2024 nog maar 34. Een lijnrechte daling, dus.”
Meire merkt wel aanzienlijke verschillen op tussen de buurten. “De grote afwezigen zijn de oudere meisjes. In nagenoeg elke wijk zijn meisjes tussen 12 en 14 zeer weinig aanwezig in de publieke ruimte. In totaal zagen we 38% meisjes tegenover 62% jongens - dat is ongeveer één meisje voor elke twee jongens. Maar dat genderonevenwicht wordt duidelijk groter naarmate kinderen ouder worden. Bij peuters en kleuters is de verhouding bijna gelijk, maar bij de groep jonge tieners tussen de 12 en 14 jaar stellen we vast dat meisjes daar nog maar 27% van de groep uitmaken.” De wijk in Temse toont dat volgens Meire heel sterk. “Tijdens de observaties zagen we vooral tienerjongens buiten spelen. Het voetbalveld en basketbalterrein hebben een groot aandeel in de speelruimte. En daar knelt het schoentje.”
Het is volgens Tine Bergiers, voorzitter van Goe Gespeeld!, veel minder evident geworden om te spelen op een plek die daar niet uitdrukkelijk voor bedoeld is. “Kinderen spelen van nature overal maar als dat op een plek is waar dat zogezegd niet de bedoeling is, dan noemen volwassenen dat vandaag overlast”, zegt Bergiers. “Spel is vaak een uitlaatklep voor kinderen, en ze moeten daar ook de kans voor krijgen om kabaal te maken, om eens vuil te worden. Maar als je alleen op het voetbalveld mag spelen, dan kan je alleen nog maar voetballen. En de kinderen die dat niet leuk vinden, tja, die blijven thuis. Er moet dringend iets ondernomen worden want als dit zo doorgaat, is dit misschien de laatste generatie die nog buiten speelt. En we mogen de schuld ook niet altijd bij de smartphone en games leggen. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid: hoe minder speelkansen in de buurt, hoe aantrekkelijker die gsm wordt.”
In Temse werden de wijken van de Pieter Dierckxlaan en ‘t Foort onderzocht voor het Buitenspeelonderzoek. Ook hier zijn de cijfers in negatieve lijn. Volgens schepen van Jeugd Debby Vermeiren (CD&V-Open Vld) worden er nochtans heel wat inspanningen gedaan. “Onze gemeente telt wel 34 speelpleintjes. De ruimte is er dus. We willen nu het buitenspelen stimuleren door met onze Pretcamionet naar de lokale speelpleintjes te trekken en er op een laagdrempelige manier spellen aan te bieden.”
Ook Vlaams minister voor Jeugd Melissa Depraetere (Vooruit) heeft het signaal opgepakt. “Tijdens corona hebben we nogmaals gezien hoe belangrijk het is dat kinderen buiten kunnen spelen. Het is niet alleen goed voor hun ontwikkeling, maar ook voor hun mentaal welzijn. ‘Ruimte om jong te zijn’ staat uitdrukkelijk vermeld als beleidsprioriteit. We gaan deze legislatuur extra inzetten op het belang van buitenspelen. Zodat elk kind in de buurt kan ravotten.”